"Pissebed Fred", een boek vol gecompliceerde eenvoud

Het duo Imme Dros en Harrie Geelen is allesbehalve een onbekend duo binnen de Nederlandse jeugdliteratuur. Het duo heeft samen al tal van boeken gepubliceerd, variƫrend van prentenboeken tot vertalingen van klassieke Griekse literatuur. In 2007 bundelden de twee hun krachten wederom met het boek Pissebed Fred, een prentenboek over een jongetje dat graag een huisdier wil hebben.

Pissebed Fred gaat over Bas, een vier-jarig jongetje dat erachter komt dat iedereen in zijn klas een huisdier heeft. Hij is zelf de enige zonder huisdier en daar wil hij graag verandering in brengen. Hij gaat bij zijn moeder na of er echt niet een dier is wat hij als huisdier zou mogen hebben. Als dat er niet in zit, probeert hij het bij zijn oma, die omama wordt genoemd. Als hij bij omama op bezoek is, vindt hij een pissebed, waar hij van alles mee beleeft en die bij oma zal blijven wonen, zodat Bas toch een beetje een huisdier heeft.

De illustraties van Harrie Geelen zijn zeer herkenbaar en zijn keer op keer prachtig om naar te kijken. Ook in dit boek is elke afbeelding een waar kunstwerk. De grove penseelstreken die Geelen gebruikt maken de illustraties heel speels en de combinatie met de felle kleuren maakt het boek tot een plezier om naar te kijken en doorheen te bladeren.

Wat misschien nog wel het mooist is aan de illustraties is de emotie die eruit spreekt. Bas komt tot leven doordat hij zichtbaar enthousiast, teleurgesteld of verward is. De vorm van zijn gezicht en zijn ogen verandert, net als de kleur waarmee zijn hoofd geschilderd is. Die subtiele verschillende maken dat Bas zo echt voelt.

Ook de tekst in dit boek is een genot om te lezen. Dros is in staat om met simpele woorden een krachtig verhaal neer te zetten. Het grootste deel van de tijd worden de gedachten en gevoelens van Bas beschreven en de dialoogjes die hij heeft met de volwassenen om zich heen (hij heeft verder geen gesprekken met andere kleine kinderen). Echter, af en toe krijgt de lezer de situatie ook vanuit de ogen van een ander mee, zoals zijn oma, de pissebed, of wordt de lezer direct aangesproken. Die afwisseling zorgt ervoor dat het verhaal, wat qua thematiek niet buitengewoon origineel is, interessant blijft. Een voorbeeld daarvan is dat Bas zijn pissebed bijna altijd Fred noemt, terwijl oma, en Fred zelf ook, vaak Pissebed Fred zeggen. Het gaat dus om bijzonder kleine nuances, die een groot verschil maken.

Daarnaast is Dros bedreven in poĆ«tische proza schrijven. De verhalen die Dros schrijft lezen altijd als mooie, maar relatief natuurlijk teksten. Een mooi voorbeeld is de zin "Daar werd goudvis Wim dood van".  Deze zin zal voor een jong kind misschien nog niet zo erg opvallen, maar een ervaren lezer kan deze zin waarderen als een speling op het concept van dood.
Een ander voorbeeld is het volgende fragment: "Bas vindt de pissebed prachtig. Het is net een ridder met een harnas. En de steen is zijn ridderkasteel." De vergelijking is helder en spreekt tot de verbeelding van de jonge lezer. De vormen van rijm en herhaling zorgen ervoor dat het beeld nog sterker is en rond blijft zingen in het hoofd van de lezer.

Pissebed Fred is wederom een mooie samenwerking tussen Dros en Geelen, waarbij subtiliteit en simpelheid elkaar prachtig in balans houden.

Reacties